Kom bij de politie Maak er politiewerk van

Agent Rick over werken bij de politie

De actie, nooit van tevoren weten hoe je dag eruitziet, dát waren de redenen voor Bureau Arnhem-agent Rick om agent te worden. Inmiddels is hij alweer ruim tien jaar een bekend gezicht in en om Arnhem én te zien in de serie Bureau Arnhem.

Met presentator Ewout en een cameraploeg om je heen je werk doen, hoe gaat dat?

‘Normaal gesproken krijg je een melding en ga je meteen op pad, nu was het even wennen om zo’n melding eerst door te spreken met presentator Ewout en zijn team. Al snel merk je dat je gewoon je werk doet en ben je niet meer bezig met de camera. 
Ik zie eigenlijk alleen maar voordelen: dankzij Bureau Arnhem en de voorgaande series krijgen mensen de kans om écht mee te kijken met ons werk. Er bestaan zoveel vooroordelen over agenten: sommige mensen denken dat we vooral bezig zijn met bonnen uitdelen en criminelen oppakken. Terwijl hulpverlenen ook een belangrijk deel van het vak is.’

Hulpverlenen?

‘Vaak zijn wij als eerste ter plaatse als er iets misgaat, en dat betekent dat wij dus vaak als eerste zorg verlenen. Soms moet je dus reanimeren, tot de ambulance verschijnt. Op dat moment komt alles samen en kun je als agent letterlijk het verschil maken voor een ander. 
Zelf heb ik ook al aardig wat reanimaties gedaan. Die mensen hebben het niet allemaal gered, maar soms redden de slachtoffers het wel. Dan is het fantastisch als je een week later iemand weer op straat tegenkomt, waarvan je letterlijk bijna het lampje uit hebt zien gaan.’

Welke momenten hebben nog meer indruk gemaakt?

‘Twee weken geleden nog werd een collega van een ander bureau hier vlakbij onwel en die hebben we ook gereanimeerd. Toen de ambulancebroeders het overnamen, zag het er eigenlijk helemaal niet goed uit. Ik wist verder niet hoe het was afgelopen, tot hij me een week later zelf belde om me te bedanken.’

Hoe ga je als agent om met dit soort situaties?

‘Natuurlijk doen levensbedreigende gebeurtenissen iets met je. Sterker nog, ik zou me zorgen maken als dit soort zaken me níet meer zouden raken. Maar je leert er wel beter mee omgaan. Praten met collega’s en je leidinggevenden helpt, iedere agent weet wat het is om situaties mee te maken waar je als burger niet zomaar mee geconfronteerd wordt.’

Wordt het je ook weleens te veel?

‘Soms raakt een situatie aan iets uit je eigen leven. Zo ben ik een jaar geleden vader geworden, en had ik een paar weken later te maken met een reanimatie van een kind van zes maanden. Je kunt je voorstellen dat dat er aardig in hakte. Maar nogmaals; als agent mag je ook mens zijn en dat betekent dat emoties ook een plek moeten krijgen. We zijn tenslotte geen robots.’

Je wilt iedereen helpen, maar dat lukt niet altijd. Is dat niet frustrerend?

‘Wij hebben in ons werk best veel te maken met mensen met psychische problemen, in mijn ervaring is dat aantal na corona flink toegenomen. Mensen die heel depressief zijn, of onder invloed van drugs of drank overlast veroorzaken, verwarde mensen en suïcidale mensen. Dat slokt een flink deel van onze tijd op en het is soms frustrerend dat we voor die mensen niet veel kunnen doen. Vaak lopen ze binnen no-time weer buiten rond als wij ze bij de juiste instantie hebben afgeleverd. Er is maar weinig ruimte bij de instellingen waar deze mensen terecht zouden moeten kunnen.’

Dus je moet als agent ook met onmacht kunnen omgaan

‘Ja, het levert soms schrijnende situaties op. Om je een voorbeeld te geven: onlangs hebben wij een meisje van een brug weten te halen, die op het punt stond om haar leven te beëindigen. Heel heftig, die had echt meteen hulp nodig, dus we hebben haar direct naar de juiste zorginstelling gebracht. Maar even later kregen we alweer een melding dat ze weer bij het treinstation was gesignaleerd. Heb je zo’n meisje net met heel veel moeite gered, kun je er meteen weer op af. Dat is een moeilijke, het zou goed zijn als er voor psychische zorg meer aandacht en budget vrijkomt.’

Tot slot nog even, je bent ooit bij de politie gegaan omdat de actie en het onverwachte je aantrok. Hoe bevalt dat je nu tien jaar later?

‘Het is de mooiste baan ter wereld, dat meen ik uit de grond van mijn hart. Iedere dag is anders en je kunt echt iets betekenen voor de maatschappij. Ik heb er nog geen dag spijt van gehad. Dat vind ik ook mooi aan Bureau Arnhem: nu kan ik ook aan de buitenwereld laten zien waarom dit werk zo mooi is. Het leert de mensen ook iets over het politiewerk en dat creëert weer meer draagvlak en begrip voor ons werk. Ik ben dus supertrots dat ik heb mogen meewerken aan dit programma!’