Kom bij de politie Maak er politiewerk van

Agent Wisam over werken bij de politie

Goed communiceren is zijn specialiteit - maar voor Bureau Hofstad-agent Wisam daar ook maar íets over kan vertellen, wordt hij weggeroepen. Een onaangekondigde melding, hij moet aan de slag. Het leven van een agent in Den Haag: niet bepaald eentonig! Precies zoals hij het graag heeft; een dag vol actie, dan is Wisam in zijn element.

Hoe vond jij het om gefilmd te worden voor Bureau Hofstad tijdens je werk?

‘Ewout en cameraman Julian waren superrelaxed. Het was net alsof er twee vrienden achterin de auto zaten. Ik heb totaal geen last gehad van de camera. Zij lieten ons werken en stoorden ons nooit terwijl wij bezig waren. Heel vaak was ik ze tijdens een incident kwijt. Dan zag ik later dat ze ergens vanuit een hoekje aan het filmen waren. Ik vond het erg fijn dat wij ons werk ongehinderd konden uitvoeren. Het was wel grappig om ineens iemand die vaak op tv te zien is, achterin je auto te hebben zitten.’

Wist je al vroeg dat je politieagent wilde worden?

‘Ik wilde wel altijd graag de dienstverlening in, ‘iets’ met mensen doen. Mijn vader en een aantal familieleden werken in de zorg en daar kreeg ik veel van mee, dus ik rolde eigenlijk als vanzelf een opleiding voor doktersassistent in. Maar eenmaal in de opleiding begon het toch te kriebelen. Ik ben er niet voor gemaakt om altijd binnen te zitten. Even dacht ik nog om door te groeien naar fysiotherapeut, dat is in elk geval wat actiever, maar tijdens een bezoek aan een opleidingsbeurs viel het kwartje. De informatie over de politieopleiding sprak me enorm aan. Echt iets kunnen betekenen in de maatschappij en lekker actief en afwisselend werk. Van de keuze om te gaan werken als agent heb ik nog geen dag spijt gehad.’

Als kleine jongen kwam je als vluchteling uit Irak naar Nederland. Heb je iets aan die ervaring in het werk als Haagse politieagent?

‘Jazeker. Ik ben in 2008 begonnen als agent in Den Haag en werk sinds 2012 aan bureau Jan Hendrikstraat in het centrum van Den Haag, waar flink wat nationaliteiten door elkaar wonen. Veel daarvan spreken Arabisch, een taal die ik ook vloeiend spreek. Dat is zeker een voordeel in veel gevallen, want als mensen met je kunnen communiceren in hun moedertaal, kan dat veel onbegrip voorkomen.

Een mooi voorbeeld: een tijdje geleden werd ik gevraagd om te komen assisteren bij een melding, waarbij een vrouw in grote paniek was. Er was iets met haar kind, maar omdat ze geen Nederlands sprak, konden de agenten ter plaatse geen contact met haar krijgen. Pas toen ik erbij kwam, lukte het om haar te kalmeren en konden we eindelijk begrijpen wat er aan de hand was. Ik vind het fijn om met die kennis soms het verschil te kunnen maken. Dat geldt overigens niet alleen voor het inzetten van mijn Arabisch. Goed communiceren helpt sowieso onbegrip, geweld en escalatie voorkomen.’

Hoe doe je dat, goed communiceren?

‘Praten, feedback geven, contact maken: juist in wijken waarin er soms wantrouwen is naar de politie, is dat essentieel. Vooral in het contact met jongeren. Als je meteen eist dat ze hun ID laten zien, komt vaak de vraag: waarom? Dan begin je dus al vanuit weerstand. Ik stel me daarom eerst voor, leg uit waarom ik in gesprek wil – dat ID-bewijs komt later wel. Daarmee voorkom je een hoop gedoe. Het is mijn ervaring dat mensen heus wel naar je willen luisteren als jij ook wat van jezelf laat zien. Het zou kunnen dat jongeren met een Arabische achtergrond zich bij mij misschien wat eerder vertrouwd voelen – hoewel ik iedereen gelijk behandel, wat iemands achtergrond ook is. Ik heb nu gesolliciteerd naar een positie als wijkagent in de Schilderswijk, daar ga ik over een tijdje beginnen. Een mooie uitdaging in een wijk waar altijd reuring is.’

Over reuring gesproken, in zoveel jaren als agent in Den Haag maak je nogal wat mee. Welke momenten vergeet je nooit meer?

‘Als agent word je vaak te hulp geroepen als er echt iets mis is. Dat kan dus ook een reanimatie zijn en dat gaat je niet in de koude kleren zitten – helemaal als het om kinderen gaat. Wat ik nooit zal vergeten, is een melding waarbij het ging om jong ventje. Die reageerde nergens meer op, ademde niet meer, en toen wij ter plaatse in de woning kwamen ben ik meteen gaan reanimeren. Binnen de kortst mogelijk tijd kregen we hulp van twee ambulanceteams en er was zelfs een helikopter opgeroepen. Dan ben je dus met acht mensen aan het knokken voor iemands leven. Ik ging door met de reanimatie terwijl de artsen ter plekke een chirurgische ingreep aan het uitvoeren waren. Helaas mocht het allemaal niet baten. Het jongetje kon niet worden gered. Omdat dit alles zich afspeelde in een klein, oud huisje, kon zijn lichaam niet mee op de brancard. Toen heb ik hem van de trap gedragen. Voor de ouders was dat denk ik goed, om dat zo waardig en liefdevol mogelijk te doen, en ik was blij ook daarin te kunnen bijdragen. Maar zoiets schud je niet zomaar van je af.’

Hoe ga je daarmee om?

‘Je collega’s zijn eigenlijk het belangrijkst: veel praten met mensen die ook weten hoe het voelt. En gelukkig zijn er ook zaken die wel goed aflopen hè. Zo hebben we ooit een man van 32 jaar thuis in zijn woning gereanimeerd, die plotseling een hartstilstand had gehad. Hij heeft het wél overleefd. Daarna hoorden we er niets meer van – zo gaat dat vaak en dat is prima.

Tot we vorig jaar een man op straat aanspraken, middenin de lockdown, die duidelijk heel emotioneel was. Hij verklaarde dat hij net afscheid had genomen van een vriend, die hem ooit het leven had gered door gauw de politie te bellen toen hij een hartstilstand kreeg. Helaas was die vriend nu ziek geworden en overleden. We boden aan om hem even thuis af te zetten. Pas toen we bij zijn huis aankwamen, realiseerde ik me: ik ben hier eerder geweest. Dit was de man die ik destijds zelf had gereanimeerd. Dat was heel bijzonder – iets moois in alle treurigheid.’

Een baan waarin je alle kanten van het leven meemaakt dus. Heb jij nog tips voor mensen die graag bij de politie willen?

‘Mijn belangrijkste tip: zorg dat je zelf ook mens blijft. Daarmee bedoel ik dat je altijd open moet staan voor het gesprek, omdat we allemaal fouten maken of zaken beter kunnen doen. En dat geldt ook voor feedback. Wees niet bang om het te krijgen en te geven, agenten leren op die manier het meeste van elkaar.’

In Bureau Hofstad zagen we dat je 12,5 jaar in dienst was, hoe voelt dat?

‘De tijd gaat snel! Het is mooi dat er even wordt stilgestaan bij zo’n moment, samen met mijn collega’s. Ik ben nog steeds enorm blij dat ik 12,5 jaar geleden voor een loopbaan bij de politie heb gekozen.’

Wil jij ook agent worden? Klik dan snel verder voor alle info over de opleiding tot agent en het agentenwerk.