Kom bij de politie Maak er politiewerk van

Agent Dennis over werken bij de politie

Werken bij de politie in Den Haag: Bureau Hofstad-agent Dennis zou niet anders willen. Hij is er geboren en getogen. Met zijn vijftien jaar ervaring en Haagse tongval voelt hij zich als geen ander thuis in de Haagse straten.

Hoe ben je bij de politie (toen nog) Haaglanden terechtgekomen?

‘Ik wilde zéker niet op kantoor werken, zocht actie en afwisseling en wilde buiten werken. Dan staat het vak van agent natuurlijk al gauw bovenaan de lijst. In Den Haag staat iedere dag op straat garant voor onverwachte gebeurtenissen. Tot op de dag van vandaag is agent worden mijn beste beslissing ooit geweest. Niet alleen is het mooi werk, je bouwt ook een bijzondere band op met je collega’s. Ze voelen als familie – we hebben elkaar nodig en staan altijd klaar voor elkaar.’

Wat maakt het werken in Den Haag als agent zo bijzonder?

‘Hagenezen en Hagenaars zijn vaak eerlijk en recht voor z’n raap, zeggen meteen waar het op staat. Omdat ik hier geboren en getogen ben, ken ik die mentaliteit heel goed. Ik ben zelf ook direct en kan prima omgaan met een grote waffel. Ook mooi aan Den Haag vind ik de mix van inwoners, toeristen en internationale inwoners - dat maakt het werken in Den Haag als agent heel afwisselend. Als we in het centrum staan, zijn we soms net een mobiel VVV-kantoor. Terwijl we drie straten verderop weer een burenruzie moeten sussen. Daarbij heeft iedere wijk zo zijn eigen bijzonderheden en mentaliteit, en dat betekent voor ons dat we te maken hebben met zeer verschillende meldingen. Van een demonstratie op het Binnenhof tot overlast op de Scheveningse boulevard: geen dag is hetzelfde in Den Haag.’

Ineens gluurt er dan een camera mee voor Bureau Hofstad, was dat wennen?

‘Zeker! Wij zijn gewend om met z’n tweeën te werken; dan spreek je in de auto vaak de melding even door. En ineens hoor je dan vanaf de achterbank: ‘Waar gaan we naar toe heren?’ Maar na één dienst liep dat eigenlijk al gesmeerd. Ik dacht van tevoren dat we tijdens ons werk misschien wel last van de camera zouden hebben, omdat mensen daar soms toch niet van gediend zijn. Maar het viel me op dat de meeste mensen het prima vinden dat er gefilmd wordt. Sterker nog, het hielp soms juist. Mensen gingen zich bijvoorbeeld net even wat beter gedragen, dat vond ik wel opvallend. En mensen kennen presentator Ewout natuurlijk, en wilden vaak even een praatje maken – dat haalde soms meteen de angel uit een situatie.’

Je loopt al vijftien jaar mee op straat, is jouw werk erg veranderd?

‘De samenleving verandert en dat betekent ook dat wij met die veranderingen moeten omgaan. Wij merken bijvoorbeeld dat mensen onderling minder ‘echt’ contact hebben. Toen ik net de straat op ging, was de sociale controle groter, mensen hadden wat meer oog voor elkaar. Dat mensen ons overal filmen is soms vervelend. Op zich zijn we het wel gewend, de stad hangt immers ook vol met camera’s. Maar bijvoorbeeld doxing is wel echt een naar neveneffect: als ze je filmen en hun achterban oproepen om persoonlijke gegevens te achterhalen en overal te publiceren, dan kan dat nogal wat gevolgen hebben. Wij doen ons werk als agent, dat is ons beroep. Soms wordt er vergeten dat er mensen in dat uniform zitten. Mensen die ook familie en kinderen hebben.’

Zijn er momenten in je carrière die je nog steeds bijblijven?

‘Ik zou er boeken vol over kunnen schrijven! Met zeker ook mooie dingen, zoals een stel eendjes helpen de snelweg over te steken. Of de soms hilarische gesprekken die we met mensen voeren. Maar lastige zaken zitten er ook tussen. Zo gingen we op een melding af waarbij zo’n vijftig jongeren elkaar op een feest in een loods met ijzeren staven en fietskettingen te lijf zouden gaan. De tweede auto was nog achttien minuten van ons verwijderd. Dan val je terug op je training op de Politieacademie en op elkaar en ga je er toch op af, wij kunnen niet niks doen. Dat is gelukkig goed gegaan: die jongeren luisterden naar ons. Maar er hoeft maar dít te gebeuren of je bent in direct gevaar. Daarna zat de adrenaline nog wel even in mijn lijf ja… Ook hulpverlening op de snelweg is altijd gevaarlijk. Het gebeurt vaak genoeg dat automobilisten rode kruizen negeren en dan op centimeters afstand vol langs je heen scheuren. Gevaar hoort soms nu eenmaal bij ons werk, maar er zijn momenten bij dat ik erg blij ben dat ik weer veilig thuis ben.’

Hoe zorg je voor persoonlijke ontwikkeling in je werk als agent?

‘Met al die ervaring op zak, is het nu ook mooi om jongere collega’s op straat te begeleiden. Mijn partner Jelle is een stuk jonger dan ik, en je ziet nu al dat hij enorm groeit in zijn werk. Hij draait mee op ontzettend veel verschillende meldingen, en we geven hem de kans om zich daarin te ontwikkelen. Zo’n slechtnieuwsgesprek als in Bureau Hofstad bijvoorbeeld, dat doet hij hartstikke goed. We bespreken het voor, we praten na – allebei leren we ervan, maar hij doet het . Dat is een weg die iedere agent moet afleggen, en ik vind het altijd prachtig om te zien hoe een nieuwe generatie dezelfde passie krijgt voor het vak.’

Heb je tot slot nog een tip voor mensen die graag agent willen worden?

‘Openstaan voor feedback, gepassioneerd blijven en weten dat agent zijn niet zomaar een baan is, maar een manier echt van betekenis te zijn in de maatschappij. Als je daarvoor wilt gaan, staat je heel wat moois te wachten.'

- Wil jij ook agent worden? Klik dan snel verder voor alle info over de opleiding tot agent en het agentenwerk